SS Plus

Bij evangelisatie aan de Jehova’s getuigen kunt u gebruik maken van onderstaande inlichting.

De Jehova’s getuigen

Opgesteld door Dr. Henk Stoker en Dr Hennie van Wyk

Vragen aan de Jehova’s getuigen over hun leer

Inleiding 1. De Drie-eenheid 2. Jehova
3. Jezus als schepsel 4. De Heilige Geest 5. Kruis of Paal
6. Jezus’opstanding 7. De wederkomst 8. Zichtbare wederkomst
Voortbestaan direct na de dood 10. De oordeelsdag 11. De hel
12. De 144 000 13. Middelaar voor de zonde 14. Bloedtransfusies

Laten we de Naam van Jezus Christus verkondigen, “want er is geen andere Naam onder de hemel aan de mensen gegeven waardoor we gered kunnen worden.” Als je in Hem gelooft, kan je er nu al zeker van zijn dat je het eeuwige leven hebt (Joh. 5:13)

Inleiding :

Dit schrijven is gepubliceerd om u te helpen de waarheid te zoeken wanneer u met Jehova’s getuigen spreekt.

Pas in uw gesprek de volgende principes t.o.v. de Bijbel toe: De Bijbel is het enige, altijd van kracht zijnde Woord van God.

  1. De Bijbel bevat ALLES wat nodig is om te weten voor onze zaligheid (Openb. 22:13)
  2. De Bijbel is het gezaghebbende Woord van God.
  3. De Schrift verklaart zichzelf. Gebruik een Bijbel met tekstverwijzingen. Teksten die in dit document aangehaald worden, MOETEN in hun verband gelezen worden. Lees ook ALLE tekstverzen waarnaar verwezen wordt.
  4. Onthoud dat de Bijbel een EENHEID is, maar toch een verzameling van verschillende soorten boeken.
  5. Een vers heeft een bepaalde BOODSCHAP binnen het verband van het hoofdstuk, van het boek en van de hele Bijbel. Wat wilde de Heilige Geest tegen de oorspronkelijke lezers zeggen? Wat wil Hij ons zeggen?
DUIDELIJKHEID. Sommige gedeeltes zijn duidelijker dan andere. Lees eerst de meer begrijpelijke gedeeltes en vraag dan naar de boodschap van de minder duidelijke gedeeltes.

Na Bo


1. DE DRIE-EENHEID

De Jehova’s getuigen zeggen We geloven niet in een Drie-enige God, maar dat slechts de : Vader waarlijk God is. (Redenering uit de Schrift, blz. 115)
Redenatie

Het boek Jesaja zegt uitdrukkelijk dat er maar één ware God is (Jes. 43:10,11; 44:6; 45:5, 21-23).

Alle andere zgn. goden zijn dus afgoden of schepselen die ten onrechte als goden beschouwd worden (vgl. Richt. 16:23 en 2 Kor. 4:4).

Vraag Waarom zou hetzelfde boek Jesaja, dat uitdrukkelijk zegt dat er maar één God is, Jezus dan Sterke God en Eeuwige Vader noemen (Jes. 9:5)? (Jes. 10:21 noemt God ”Sterke God”.)
Antwoord

Jesaje leert dus dat de Vader en de Zoon beiden waarlijk God genoemd worden. En hij leert ook dat er maar één ware God is. Dat betekent dat deze twee Goddelijke Personen samen één God moeten zijn. Dat is niet onbegrijpelijk: twee mensen zijn ook één in het huwelijk.

De Bijbel leert uitdrukkelijk dat er maar één God is (Ex. 20:3; Deut. 6:4; 1 Tim. 1:17; Jak. 2:19).

Volgens Matt. 28:19 bestaat deze ene God uit drie Personen: “Doop hen in de Naam van …..” (enkelvoud). Deze drie Personen zijn dus één God:

de Vader (vgl. Ef. 1:3; Joh. 1:1, 18);

de Zoon (vgl. Joh. 1:1, 18; Joh. 20:28; 1 Joh. 5:20; 2 Petr. 1:1);

en de Heilige Geest (vgl. Hand. 5:3, 4; 2 Kor. 3:17, 18).

Na Bo


2. JEHOVA

De Jehova’s getuigen zeggen

God de Vader moet als “Jehova” aangesproken en verkondigd worden om een intieme verhouding met Hem te kunnen hebben en om Hem op het zendingsveld te onderscheiden van alle valse goden. (Redenering uit de Schrift, blz. 217)

Vraag Waarom gebruikt het Nieuwe Testament nergens de naam “Jehova”, oftewel JHWH?
Redenatie Zelfs in de vroegst gevonden fragmenten van het Nieuwe Testament komt JHWH niet voor. Het is niet door de vroegste kerken weggelaten. (Bovendien: waarom zóuden ze …..?) Jullie eigen weergave van het Griekse Nieuwe Testament (The Kingdom interlinear) heeft nergens JHWH (wat jullie met ”Jehova” vertalen), maar Kurios (Here) en Theos (God). Zelfs wanneer Paulus de ware God moet onderscheiden van al de afgoden in Athene gebruikt hij de naam JHWH niet (Hand. 17:15 e.v.).Jezus leert ook zijn discipelen niet om God aan te spreken met JHWH, maar heel intiem als “Onze Vader”.
Vraag Is het waar dat Joh. 1:18 zegt dat geen mens ooit God de Vader gezien heeft, maar dat de Zoon (die hier duidelijk ook God genoemd wordt) God geopenbaard heeft?
Antwoord Ja! beslist!
Vraag Is het waar dat JHWH in de tijd van het Oude Testament in menselijke gedaante naar de aarde gekomen is en door mensen gezien is, met mensen gesproken heeft en zelfs door mensen aangeraakt is?
Antwoord Ja, beslist! Vgl. Gen. 16:13; 18:1-22; 32:24-30; 35:1-3; Ex. 24:9-11; 33:18-23; Richt. 6:13; Jes. 6:1-7.
Vraag Wie is dan die JHWH in het Oude Testament als het Nieuwe Testament duidelijk zegt dat God de Vader nog nooit gezien is?
Antwoord Dat moet dan in het licht van Joh. 1:18 God de Zoon zijn! Vader en Zoon worden in de Bijbel dus beiden JHWH genoemd (vgl. Gen. 19:24).

Na Bo


3. JEZUS ALS SCHEPSEL

De Jehova’s getuigen zeggen Jezus is het eerste schepsel van God en hij is eigenlijk de aartsengel Michael. (Redenering uit de Schrift, blz. 229, 239)
Vraag

Als Joh. 1:3 zegt dat alle dingen door Hem (het Woord = Jezus) ontstaan zijn, betekent dat dan dat Jezus zichzelf geschapen heeft? Is dat mogelijk? Of maakt God twee keer een fout als Hij herhaalt dat geen ding dat ontstaan is zonder Hem (het Woord = Jezus) ontstaan is. Kan God een fout maken? Beklemtoont God hier dan niet dat Jezus de Schepper van alles is? (Vgl. ook Kol. 1:16, 17, waar jullie vertaling steeds het woord”ander” aan “alle” toegevoegd heeft om de onmiskenbare betekenis te veranderen.)

Antwoord Jezus is dus de Schepper van alles en geen schepsel. Hij, die eeuwig God is, is wel bijna tweeduizend jaar geleden ter wille van ons als Mens geboren. Omdat Hij de belangrijkste Mens is die ooit geboren is, kan Hij de “Eerstgeborene van de hele schepping” genoemd worden. David was de jongste zoon van zijn vader, maar hij wordt in Ps. 89:28 “eerstgeborene” genoemd – oftewel de eerste (belangrijkste) onder degenen die als kinderen van zijn vader geboren zijn. Net zo is Jezus beslist de belangrijkste Persoon die ooit deel van deze schepping geworden is, want Hij is Zelf de Schepper van deze schepping. (vgl. Ook Kol.1:18 en Hebr. 12:23)
Vraag Waar in de bijbel staat dat Jezus en Michael dezelfde persoon zijn?
Antwoord Jezus is geen schepsel zoals Michael. Michael is slechts “een van de belangrijkste vorsten” (Dan. 10:13), maar Jezus is “Here en God” (Joh. 20:28). Alle engelen (dus ook Michael) moeten Jezus aanbidden (Hebr. 1:6)
Vraag Waar in de Bijbel staat dat Jezus na zijn hemelvaart Michael is geworden?
Antwoord

Hand. 7:56-60 – Stefanus ziet Hem wanneer de hemel zich opent en bidt tot Hem als “Jezus”.

Hand. 9:5 – Jezus stelt Zichzelf vanuit de hemel bekend als “Jezus”.

Openb. 22:16, 20 – Weer stelt Jezus Zich als “Jezus” bekend. Ook met zijn wederkomst komt Hij als “Jezus”

Vraag

In sommige van jullie geschriften erkennen jullie dat Jezus een “machtige god” is, maar niet de “almachtige God”.

Geloven jullie dus in een veelgodendom of geloven jullie dat er maar één God (machtig of almachtig) is, zoals de Bijbel zegt?

Wordt Jezus in Openb. 1:8 niet “almachtig”genoemd?

Volgens Openb. 1:17-18 is Jezus “de Eerste en de Laatste”.

Volgens Openb. 22:12-13 is “de Eerste en de Laatste” de alfa en de omega.

Volgens Openb. 1:8 is “de alfa en de omega” “de Almachtige”

Antwoord Er is maar één God. Hij is machtig. Hij is almachtig. Hij is de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde, de alfa en de omega. Net als zijn Vader en de Heilige Geest is ook Jezus deze almachtige God.

Na Bo


4. DIE HEILIGE GEES

De Jehova’s getuigen zeggen De Heilige Geest is niet een persoon, maar slechts een werkende kracht zoals zwaartekracht of elektriciteit. (Redenering uit de Schrift, blz.97)
Vraag Hoe kan men een onpersoonlijke kracht zoals zwaartekracht bedroeven (Ef. 4:30; Jes. 63:10)?
Vraag Hoe kan men een kracht bedriegen (Hand. 5:3-4)?
Vraag

Hoe kan de enige zonde die onvergeeflijk is tegen een onpersoonlijke kracht zijn (Marc. 3:28-29; Hebr. 6:4-6)?

Hoe begaat men sowieso zonde tegen een kracht

Vraag Hoe kan een kracht “heilig” zijn?
Vraag Waarom zegt de Bijbel dat de Heilige Geest kracht heeft, als jullie zeggen dat Hij een kracht is (Rom. 15:13, 19)?
Vraag Hoe kan een onpersoonlijke kracht praten, leren, onderrichten (Rom. 8:26-27), horen, een eigen wil hebben, zijn eigen bedoelingen hebben, besluiten laten nemen (Hand. 15:28), enz.? (Joh.14-16; 1 Kor. 12:11)
Antwoord De Heilige Geest is een Goddelijk Persoon – deel van de drie-enige God (Hand. 5: 3-4; 2 Kor. 3:17-18; Matt. 28:19).

Na Bo


5. KRUIS OF PAAL

De Jehova’s getuigen zeggen Jezus is niet aan een kruis gestorven, maar aan een rechtopstaande paal. (Redenering uit de Schrift, blz. 256)
Vraag Is het werkelijk belangrijk hoe het vloekhout eruitzag waaraan Hij gestorven is?
Vraag Zouden de Romeinen Jezus aan een rechtopstaande paal gekruisigd hebben, met zijn handen boven zijn hoofd vastgespijkerd, als ze misdadigers aan een kruis met een dwarsbalk kruisigden?
Vraag Zouden de eerste Christenen dan tekens van het kruis in grafkelders en op gevangenismuren aangebracht hebben als Christus aan een rechtopstaande paal opgehangen was?
Vraag Zou Joh. 20:25 het hebben over de spijkers in zijn handen als beide handen over elkaar heen met spijkers vastgeslagen waren, zoals jullie dit voorstellen? (Vgl. jullie Kinderbijbel en boeken over “Paradijs op aarde”.)
Antwoord Die kruis is geen heidense simbool nie. Die heidene (Romeine) het dit as strafmaatre�l gebruik. Dit is die vloekhout waaraan ons Here Jesus Christus gekruisig is.

Na Bo


6. JEZUS’ OPSTANDING

De Jehova’s getuigen zeggen Jezus is niet zelf uit de dood opgestaan, want tussen zijn dood en opstanding heeft Hij niet geleefd of bestaan. (Redenering uit de Schrift, blz. 114)
Vraag Als dat waar was, zou Jezus immers niet bij zijn sterven gezegd hebben: “Vader, in Uw handen beveel Ik mijn Geest.” (Luc. 23:46) Dan zou Hij immers niets gehad hebben om aan zijn Vader te geven!
Vraag Waarom zegt Jezus al voor zijn dood dat Hijzelf zijn lichaam uit de dood zal laten opstaan?
Antwoord

Dat is alleen maar mogelijk als zijn Geest is blijven voortbestaan na de dood – Joh. 2:19-27: “Jezus antwoordde en zei tot hen: Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen.” Hij sprak over de tempel van zijn lichaam. En toen Hij opgestaan was uit de dood herinnerden de discipelen zich dat Hij dit tot hen gezegd had.

De Drie-eenheid van God wordt in de opstanding van Jezus benadrukt, want behalve dat bovengenoemde teksten zeggen dat Jezus Zichzelf opgewekt heeft, zijn er ook teksten die beklemtonen dat de Vader (1 Kor. 15:15) en de Heilige Geest (1 Petr. 3:18) Hem uit de dood opgewekt hebben.

De Jehova’s getuigen zeggen Jezus is niet lichamelijk opgestaan. Zijn lichaam is door God vernietigd en Hij is alleen als Geest opgestaan. (Redenering uit de Schrift, blz. 320)
Antwoord

Jezus zegt integendeel:

Voor zijn dood: Breek deze tempel (zijn lichaam) af en in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen (Joh. 2:19)

Na zijn dood en opstanding (Luc. 24:36-49)

  • De discipelen denken dat ze een geest zien (vs. 37).
  • Jezus ontkent dat Hij een geest is, maar zegt dat Hij een lichaam van vlees en beenderen heeft (vs.39).
  • Jeus bewijst hun dat Hij geen geest is door te zeggen dat ze naar Hem moeten kijken en Hem moeten aanraken en Hij eet zelfs waar ze bij zijn (vs. 39-43).
  • De discipelen reageren met ongelooflijke blijdschap op het feit dat Hij werkelijk de tastbare, lichamelijke Jezus is (vs. 41).
  • Jezus stuurt zijn discipelen uit om getuigen te zijn, ook van zijn lichamelijke opstanding (vs. 46-48).
Antwoord

Ook Thomas gelooft pas echt als hij Jezus ziet en zijn wonden voelt. Jezus nodigt hem uit Hem aan te raken (Joh. 20:20-29).

Antwoord Het open graf is voor de gelovigen het teken dat Jezus’lichaam uit de dood is opgestaan (Luc. 24:1-12 en Joh. 20:20-29). De engelen benadrukten dat ook (Luc. 24:5-6): :”Waarom zoeken jullie de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan..”
Opmerking Deze bewering van de Jehova’s getuigen herinnert sterk aan het verhaal dat onder de Joden verspreid is (Matt. 28:11-15) – dat Jezus niet werkelijk opgestaan is, maar dat zijn discipelen zijn lichaam gestolen hebben.

Na Bo


7. DE WEDERKOMST

De Jehova’s getuigen zeggen Jezus’onzichtbare wederkomst (waardoor Hij geestelijk bij ons tegenwoordig is) heeft in 1914 al plaatsgevonden. (Je kan eeuwig in het paradijs op aarde leven, blz. 141)
Vraag Leert de Bijbel niet heel duidelijk dat de wederkomst zodanig zal zijn dat elk oog Hem zal zien?
Antwoord

We lezen in Gods Woord: Jezus “zal op dezelfde wijze weerkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien opvaren” (Hand. 1:11);
en: Hij “komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem hebben doorstoken””(Openb. 1:7);
en: “….. de Here zelf zal op een teken …..neerdalen van de hemel en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken ….. weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht …..” (1 Tess. 4:16-17).

Jezus komt dus weer – zichtbaar voor iedereen, ook voor hen die Hem hebben doorstoken.

Vraag Waar leert de Bijbel dat Jezus “onzichtbaar” zal terugkomen?
Antwoord “Onzichtbaar” (d.w.z. naar zijn Goddelijke alomtegenwoordigheid) is Jezus nooit weggegaan; Hij was na zijn hemelvaart nog altijd tegenwoordig bij de gelovigen (niet pas sedert 1914). Hij belooft zijn kerk vlak voor zijn hemelvaart: “ En kijk, Ik ben met jullie al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld.” (Matt. 28:20)
Opmerking Daarom is de toets van Christenschap of Jezus Christus in ons is (2 Kor. 13:5). (Niet: in gemeenschap met ons, zoals jullie Bijbel ten onrechte vertaalt.)
Vraag Als Jezus in 1914 gekomen is, zoals jullie beweren, waarom wisten jullie het dan zelf niet toen Hij kwam?
Antwoord In de uitgave van 1937 van jullie officiële publicatie “The Harp of God” leerden jullie nog dat Jezus’ wederkomst in 1874 plaatsgevonden had. Jullie hebben dan ook niet voorspeld dat de wederkomst van Christus in 1914 zou zijn, zoals jullie beweren. Jullie hebben voorspeld dat in 1914 alle aardse regeringen en het Christendom tot een einde zouden komen – wat duidelijk niet gebeurd is.
Vraag Weerspreken deze geruchten over de wederkomst (die nog niet plaatsgevonden heeft) de Bijbel niet?
Antwoord In Matt. 24:23-27 waarschuwt Jezus zelf ons: “Indien iemand dan tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: daar is Hij, geloof het niet.” (vs, 23) Wanneer Hij werkelijk komt, zal Hij van het Oosten tot het Westen zichtbaar zijn (vs. 27). Is de Christus van de Jehova’s getuigen niet een van de valse christussen?

Na Bo


8. DE ZICHTBARE WEDERKOMST

De Jehova’s getuigen zeggen

Jezus zal nooit weer naar de aarde toekomen. (Je kan eeuwig in het paradijs op aarde leven, blz 146)

Hij openbaart zich tegenwoordig nog altijd d.m.v. het bestuurslichaam van de Jehova’s getuigen. (Redenering uit de Schrift, blz. 328)

Antwoord

Hier staat tegenover dat het duidelijk is uit de tekstverzen die in punt 7 genoemd zijn, dat de Here weer zichtbaar naar de aarde toe zal komen (vgl. ook Openb. 21:3).

Jezus zegt tegen de misdadiger aan het kruis dat hij samen met Hem in het paradijs zal zijn (luc. 23:43).

Jullie leren dat het paradijs op aarde zal zijn.

Dus jullie eigen leerstelling zegt dat Jezus naar de aarde toe zal komen.

Antwoord Als het waar is dat Jezus zich nog altijd aan het bestuurslichaam van de Jehova’s getuigen openbaart, weerspreken jullie Openb. 22:18 waar geleerd wordt dat de openbaring afgesloten is. De Bijbel weerspreekt zichzelf nergens. Als Jezus zijn waarheid aan jullie openbaart, zullen er geen tegenstrijdigheden in jullie geschriften voorkomen. Dat is echter wel het geval, want jullie leerden in het verleden dat Jezus niet Michael is, dat mensen niet ingeënt mogen worden, dat kerstfeest niet gevierd mag worden, enz. – allemaal leerstellingen die nu veranderd zijn.

Na Bo


9. VOORTBESTAAN DIRECT NA DE DOOD

De Jehova’s getuigen zeggen De mens blijft niet voortbestaan na de dood. (Je kan eeuwig in het paradijs op aarde leven, blz. 77)
Antwoord

De Bijbel leert een bewust voortbestaan na de dood.

  • Stefanus bidt dat Jezus zijn geest zal ontvangen (Hand.7:56, 59).
  • Paulus verlangt om heen te gaan en met Christus te zijn (Fil. 1:23)
  • Als we ons aardse leven (lichaam) verlaten, nemen we onze intrek bij de Here (2 Kor. 5:6, 9)
  • Abraham, Izak, en Jacob zijn in leven in de tijd van Jezus (Luc. 20:37-38)
  • Mozes en Elia verschijnen aan Jezus (na hun dood – Matt. 17).
  • De zielen van mensen praten en hebben kleren aan (Openb. 6:9-11).
  • Wie in Jezus gelooft, leeft, ook al is hij gestorven (Joh. 11:25-26).
  • De dood is zonder angel en is door Christus overwonnen (1 Kor. 15:55-57).
  • De dood kan de gelovige niet van God scheiden (Rom. 8:38-39).

Na Bo


10. DE OORDEELSDAG

De Jehova’s getuigen zeggen De oordeelsdag duurt 1000 jaar (Je kan eeuwig in het paradijs op aarde leven, blz. 176).
Vraag Zijn daar Bijbelse gronden voor?
Antwoord Matteüs 25 leert dat Jezus bij zijn komst onmiddellijk zal oordelen.
Vraag

Waar in de Schrift wordt geleerd dat de Here de Satan na 1000 jaar moet loslaten om erachter te komen wie Hem werkelijk dienen?

Antwoord God weet wie zijn kinderen zijn, zij die Hem dienen (Joh. 13:18)

Na Bo


11. DE HEL

De Jehova’s getuigen zeggen De hel is eenvoudig een rustplaats voor de dode en geen plek van straf (Je kan eeuwig in het paradijs op aarde leven, blz. 89).
Antwoord Indien dat waar is, zal God niemand die Hem spot, afwijst, veracht, enz. straffen. Toch: de tegenstanders van God worden met een gloeiend vuur verteerd (Hebr, 10:26-31).
Antwoord

Jullie geloven wel in het eeuwige leven. Daartegenover stelt Jezus de eeuwige straf (Matt.25:46). De volgende schriftgedeeltes onderstrepen de hel als een verschrikkelijke plek van straf voor de ongelovigen: Dan. 12:2; Matt. 5:22; 8:12; Marc. 9:42-49; Joh. 3:36; Hebr. 10:31-32; Openb. 19:20; 20:12-15; 21:8.

In deze gedeeltes leert God ons duidelijk dat tegenover het eeuwige leven (in Gods heerlijkheid) de eeuwige dood staat, die eeuwig zal duren, vreselijk zal zijn, waarin alle goddelozen (zij die niet in Hem geloven en Hem niet gehoorzaam zijn) dag en nacht zullen branden. Dat is een eeuwige straf, voor eeuwig afgrijselijk.

Na Bo


12. DE 144 000

De Jehova’s getuigen zeggen 144 000 zullen de hemel beërven en de rest de aarde. (Je kan eeuwig in het paradijs op aarde leven, blz. 124, 126.)
Vraag Waar zegt de Bijbel dat ”144 000” letterlijk bedoeld wordt? In Openb. 7 worden de 144 000 geschetst als de gelovigen op aarde, terwijl de grote menigte in de hemel is, voor de troon van God. (vgl. ook Openb. 4:2; 19:1)!
Antwoord Met Christus’ wederkomst worden hemel en aarde één en God zelf zal bij ons wonen (Openb. 21:3).

Na Bo


13. MIDDELAAR VAN SOMMIGEN

De Jehova’s getuigen zeggen Jezus is slechts de Middelaar van de “elite” (144.000) (De wachttoren, 1/2/79, blz. 31).
Vraag Waar zegt de Bijbel dat?
Antwoord Is Hij niet de Middelaar voor ieder die in Hem gelooft (Joh. 3:16; 6:47)?
Vraag Stelt jullie organisatie zich niet in de plaats van Christus als ze zegt dat de grote menigte niet behoort tot het verbond (waarvan Christus de Middelaar is)? Hoe kunnen andere mensen jullie middelaar zijn i.p.v. Jezus Christus, zoals de Bijbel leert (1 Tim. 2:5)?

Na Bo


14. BLOEDTRANSFUSIES

De Jehova’s getuigen zeggen God verbiedt bloedtransfusies in de Bijbel (Redenering uit de Schrift, blz. 71).
Antwoord

De Bijbel verbiedt wel het eten van bloed omdat onder de oude volkeren de gedachte leefde dat daarin speciale krachten aanwezig zijn. In Handelingen 15 worden gelovigen uit het heidendom gevraagd om de Joodse gelovigen te respecteren als ze geen bloed eten (evenmin als offervlees en vlees van een dier dat verwurgd is). Toch kunnen gelovigen dat wel doen (1 Kor. 10:25-30) , zolang het niet iemand die zwak is in het geloof laat struikelen.

Antwoord Wat een mens eet, kan hem niet onrein maken (Matt. 15:11, 17, 18; Marc. 7:15, 18-20). Bloedtransfusie als medisch ingrijpen is iets anders dan eten – en daarom geen overtreding van het verbod om bloed te eten. Als men een bloedtransfusie weigert en iemand sterft daardoor, wordt het zesde gebod overtreden, wat ernstiger is dan de wet om geen bloed te eten.

Na Bo

Hierdie is die webblad van Dr Hennie van Wyk. Standpunte op hierdie blad is sy eie of die van outeurs wie se werk geplaas word, in watter geval die standpunte die van die genoemde outeur is.